Voorstraat 322, hoek Kleine Spuistraat; binnenpui in huis De Vijgenboom

4 reacties Commentaar van bezoekers

Angenetha Balm-Kok 1 jaar geleden

In oktober 1580 was het gezin van Willem van Oranje weer in Dordrecht en in die maand beviel zijn vrouw Charlotte de Bourbon in het huis 'de Vijgeboom' van dochter Charlotte Brabantine van Nassau, door haar broer Maurits van Oranje 'la belle Brabantine' genoemd. Het pand was eigendom van de Dordtse schepen Jan Thomasz. van Wesel. (uit Dordrecht en Oranje: bezoeken van het huis van Oranje aan de oudste stad van Holland).
In 1719 erft de wijnkoopman Adriaen opde Camp het pand voor de helft uit de nalatenschap van zijn schoonzuster Jenneke Terwe. de wederhelft behoorde hem reeds toe. In mei 1740 verkoopt hij het pand aan de apotheker Cornelis ’t Hooft.

meld misbruik

J.de Korte 2 jaar geleden

In het voormalige pand Voorstraat 322, huidige locatie no.342-344, zou in oktober 1580, Charlotte Brabantine, vijfde dochter van Willem I, Prins v, Oranje en van Charlotte de Bourbon-Montpensier geboren zijn, zoals hierboven vermeld.
Prins Willem wiens standbeeld op de hoek Hofstraat/ Nieuwstraat te zien is zou het, als hij nog geleefd had, kunnen bevestigen :) C.J.P. Lips schrijft in zijn boek ’wandelingen voor Oud-Dordrecht’ blz. 352 o.a. nog het volgende: Het pand was in die tijd eigendom van Jan Thomasz. Van Wezel, die munter, koopman en zeepzieder was en bovendien als schepen in de stadsregering zat..... Of Charlotte Brabantine op deze locatie is geboren is echter wel omstreden. Volgens anderen zou zij in Antwerpen geboren zijn, op 17 september 1580. Het pand ’De Vijgeboom’ werd begin 17e eeuw bewoond door Jan Cornelisz., die er zijn familienaam aan ontleende. Het pand ‘de Vijgeboom’ werd helaas 7 Juni 1896 door brand vernield. De poort is ook te zien op 551_30187. Gezien beide foto's moet het wel een bijzonder pand geweest zijn.

meld misbruik

Erica 5 jaar geleden

[Dordrechtsche Courant 9-6-1896
] **** Dordrecht, 8 Juni. **** Een geweldige brand heeft gisteren avond het meubelmagazijn met werkplaatsen, woning enz. van den heer H. J. VAARTIES, aan de Voorstraat no. 322, alhier geheel vernield. **** Omstreeks kwart over acht ontdekten eenige voorbijgangers dat uit het keukenraam van bedoeld pand, aan de zijde der Kleine Spuistraat rookwolken drongen. Terstond werd de politie daarvan op de hoogte gesteld, die onmiddellijk met haar slangenwagentje aanrukte, in de hoop het vuur nog in zijne geboorte te kunnen stuiten. Dit gelukte haar echter niet, want tot tweemalen toe trachtte zij vergeefs de brandkranen in de straat te openen; van een daarvan werd zelfs de afsluiter geheel stuk gedraaid. Ondanks onze herhaalde herinnering aan het voorschrift der Verordening op de Brandweer, dat men bij het uitbreken van brand daarvan terstond per telefoon kennis moet geven aan het centraal station der telefoon, opdat de beambten daar onverwijld de betrokken kring der brandweer en ook de politie kunnen oproepen, scheen niemand daaraan te denken. **** Gelukkig dat een der commandeurs van den betrokken kring B in de onmiddellijke nabijheid woonde en zoodra deze het onheil vernam, liet hij den haspelwagen aanrukken, zoodat toen twee stralen tegelijk op den brand konden worden gericht. Maar inmiddels had deze zich zoo snel uitgebreid over de groots massa meubelen en onbewerkt hout, dat aan blusschen niet meer viel te denken. Gaandeweg rukten de overige bluschmiddelen van den betrokken kring aan en moesten ook die van andere kringen, alsmede de drijvende stoombrandspuit ter hulp worden ontboden, zoodat ten slotte 19 waterstralen tegelijk op den vuurpoel gericht waren. Uit alle vensters der bovenverdiepingen braakten de vlammen en lekten de tegenover gelegen en aangrenzende panden, hier de ruiten doende springen of de verf blakerend, daar de gevellijst of de dakvensters verzengend. **** Als een zware massa bleef de pikzwarte rook geruimen tijd boven het nog altijd gesloten dak van het brandende perceel hangen, totdat op eens met loeiend geweld de vlammen door het dak heen braken en hemelhoog opvlogen, alles tot op grooten afstand in rossen gloed kleurende. Grootsch en verschrikkelijk was toen het schouwspel; telkens veranderde de richting van den wind, zoodat de reusachtige vuurkolom, waaruit het millioenen vonken regende, nu eens rechts, dan weer links werd overgebogen. Het gevolg daarvan was dat ook de kroonlijst van het woonhuis van den heer D. W. Stoop en de dakgoot alsmede de raamkozijnen der woning van den heer L. de Hoog door het vuur werden aangetast. Vooral dit laatste had het geruimen tijd zwaar te verantwoorden en reeds waren daar twee kamers gedeeltelijk uitgebrand, toen de brandweer er eindelijk in slaagde het vuur tot het huis van den heer Vaarties terug te dringen. Daar woedde het echter met toenemende kracht voort, alles wat onder zijn bereik kwam vernielend en eerst te half 12 was men door vereende krachten zoover gevorderd, dat geen verdere onheilen meer te vreezen waren. **** Maar nog altijd door moesten geweldige watermassa’s in den vuurpoel worden geworpen en niet vóúr middernacht kon gezegd worden dat men den brand onder de knie had. De spuiten der verschillende kringen konden toen gaandeweg inrukken, het verdere blusschingswerk aan de stoomspuit en de brandkranen overlatende. Eerst omstreeks 4 uur rukte ook de stoomspuit in, maar den ganschen nacht en ook heden voormiddag bleven de stralen der waterleiding bijna onafgebroken op het telkens weer opflikkerend vuur gericht, en zelfs tot heden avond, terwijl de muren van het huis van den heer Vaarties werden omgehaald, moest nog telkens water gegeven worden. Zooals reeds gezegd, is het huis van den heer Vaarties met alles wat daarin was vernield. **** Het huis was voor f 9000 verzekerd bij de Assurantiemaatschappij tegen Brandschade de Nederlanden van 1845 te Zutphen (agent de heer Huibert de Iongh alhier); de inventaris en de inboedel, geschat op eene waarde van f25‚000, waren door den eigenaar, om gemoedsbezwaren, niet verzekerd. Bij den heer DE HOOG is, behalve de brandschade in twee kamers aan de zijde der Kleine Spuistraat en aan het dak, geduchte waterschade aangericht; alles wordt daar door verzekering gedekt. Hetzelfde geldt voor de woning van den heer G. J. van RIJSOORT van MEURS, waar veel waterschade is aangericht, gelukkig echter niet in diens prachtige historische kamer; voor het PERRY-magazijn, het orgelmagazijn van den heer P. BAK, en het woonhuis van den heer D. W. STOOP. Ook de achter het uitgebrande perceel gelegen kuiperij der heeren van Goudoever de Jongh bekwam heel wat vuur- en waterschade. De oorzaak van den brand valt niet met juistheid op te geven. De heer Vaarties was Zaterdagmiddag naar Amsterdam gegaan en eerst heden ochtend teruggekeerd; ook zijne huishoudster was Zaterdagavond uit de stad gegaan en heden ochtend teruggekomen. Na Zaterdagmiddag is niemand in het huis geweest. Vermoedelijk is er vuur uit de schoorsteen in de keuken tusschen het plafond en den vloer der daarboven gelegen kamer gekomen en heeft het daar tot Zondagavond voortgewoekerd. De brandweer heeft zich over het algemeen kranig gedragen. IJverig werd zij in haar moeilijk werk bijgestaan door een aantal kermisgangers en door afdeelingen van het korps pontonniers, waarvan andere sectiën de politie behulpzaam waren bij het afzetten van het terrein. De burgemeester, verscheidene leden van den gemeenteraad en tal ven andere autoriteiten waren al zeer spoedig op het terrein aanwezig. Eene ontzaglijke menigte was getuige van het onheil. Heden wemelde het voor de nog altijd smeulende puinhoopen van nieuwsgierigen. Persoonlijke ongelukken hebben bij de ramp niet plaats gehad.

meld misbruik

A.M.Balm-Kok 8 jaar geleden

Het meubelmagazijn van Hendrik Johannes Vaarties, gevestigd in dit pand aan de Voorstraat/Kleine Spuistraat brandt 9 juni 1896 compleet af.

meld misbruik